Vijftig tinten groen

Volgens oma Snijders moesten we echt naar Sri Lanka.. Nou daar had ze helemaal gelijk in, want het is echt een heerlijk land om doorheen te reizen. Er is ook een behoorlijk contrast met India. Sri Lanka is minder armoedig, veel rustiger, veel schoner en heel erg groen!

Onze aankomst was in de hoofdstad Colombo, een moderne stad met mooie gebouwen, leuke winkels, mooie parken en vriendelijke mensen. Eten kan hier in verschillende prijsklassen en is het leukst om bij een 'hotel' te doen. Een beetje een verwarrend woord, want je kunt er absoluut niet slapen. 'Hotels' zijn goedkope restaurantjes met lekkere lokale gerechten.
Toeristen zien we hier eigenlijk maar weinig. Het is regenseizoen en dus laagseizoen in het midden, westen en zuiden van Sri Lanka. Toch hebben we veel geluk gehad met het weer. Tijdens de paar weken dat we hier waren regende het eigenlijk alleen aan het eind van de dag en sommige dagen zelfs helemaal niet.

Vanuit Colombo zijn we met de trein naar Anuradaphura gereisd. Een mooie treinreis langs kleine dorpjes en vooral heel veel mooie natuur. In Anuradhapura staan ruïnes van tempels en grote dagoba's (stupa's). We hebben hier fietsen gehuurd en zijn een dagje op pad gegaan. Niet alle ruïnes zijn even spectaculair, maar de fietstocht was erg mooi.
Vervolgens zijn we doorgereisd naar het stadje Dambulla. Hier hebben we mooie tempelgrotten bezocht en over een geweldig grote lokale markt/groothandel gelopen met gigantische hoeveelheden groente en fruit. Maar de belangrijkste reden om hier naartoe te gaan was de rots van Sigiriya, een hoge rots ontstaan uit gesteente van een vulkaan. Bovenop de top stond ooit een paleis, maar daar zijn nu alleen de ruïnes nog van over. Het was een flinke wandeling naar boven, maar dat was het zweten wel waard. De uitzichten vanaf deze rots zijn namelijk prachtig!

Met de lokale bus zijn we vanuit Dambulla naar de stad Kandy gegaan. Het is best een leuke stad met wat bezienswaardigheden, maar we hadden niet zo'n zin om een stad te bezoeken. Na een dagje zijn we dus verder gereisd naar onze favoriete bestemming: Ella.
Vanuit Kandy zijn we met de trein naar Ella gegaan en we hebben hier weer onze ogen uitgekeken. We reden constant door theeplantages en de omgeving is groen, groener, groenst! Ella zelf is een leuk, klein en toeristisch bergdorpje. De sfeer was hier erg relaxed, dus zijn we hier een aantal dagen gebleven. We hebben ontzettend mooie wandelingen gemaakt naar Little Adam's Peak en naar Ella Rock. Vooral de wandeling naar Ella Rock was een groot avontuur.
Volgens de Lonely Planet is het verstandig om een gids te nemen tijdens de wandeling naar Ella Rock. Dat leek ons nou totaal overbodig aangezien ons hotel een prachtig handgetekende routebeschrijving voor ons had. Appeltje-eitje dus!
We zijn 2x verdwaald, hebben 2x een opdringerige gids moeten afschudden, Sabine raakte in paniek omdat er een bloedzuiger aan haar hand vast zat en Jasper moest rennen voor z'n leven omdat er erg boze honden achter hem aan kwamen. Gelukkig zijn er meerdere wegen die naar Rome leiden en hebben we helemaal zelf de top bereikt! Net op tijd, we konden vijf minuten van het uitzicht genieten en daarna zaten we letterlijk in de wolken.

Onze volgende bestemming was het Udawalawe National Park waar we een jeepsafari hebben gemaakt en veel wilde dieren hebben gezien. Het voordeel van het laagseizoen is dat we een jeep voor onszelf hadden en er in het hele park maar twee andere jeeps rondreden. Lekker rustig dus.
Het Udawalawe National Park staat vooral bekend om de vele olifanten die er rondlopen en binnen vijf minuten was het dan ook al raak. In een paar uur tijd hebben we ontzettend veel olifanten gezien. Verder ook nog apen, herten, buffels, jakhalzen, een mangoest, een krokodil en heel veel vogels. De safari werd ook nog even erg spannend gemaakt door een paar boze olifanten. Volstrekt logisch, want we reden door hun leefgebied. Er liepen wat jonge olifantjes rond en die worden erg goed beschermd door de ouderen. Toen we langs een groep olifanten wilden rijden kwam er één olifant erg dreigend op ons af en in een open jeep kan je maar weinig kanten op. Maar aangezien we dit kunnen navertellen is het uiteraard gewoon goed afgelopen ;)

Na deze geweldige safari zijn we naar het zuiden gegaan, naar het kustplaatsje Tangalle. Hier was het strand nog rustiger dan in Goa (India) en dat was net iets te rustig voor ons. Vanuit daar zijn we dus doorgereisd naar Galle.
Galle is een leuke stad aan de kust met veel Nederlandse invloeden. Het mooiste gedeelte is het fort dat door de Nederlanders is gebouwd. Binnen in de muren van het fort zijn leuke hotels, restaurantjes en hele leuke winkeltjes. Bij onze aankomst in Galle was het ook nog eens feest. We kwamen aan op een nationale feestdag, Vesak Poya. Tijdens dit volle maan feest wordt de geboortedag van Buddha gevierd. De straten waren versierd met lampionnen en de muren van het fort waren vol met locals die genoten van hun vrije dag.

Na Galle zijn we terug gegaan naar Colombo en was het helaas alweer tijd om dit mooie land te verlaten. We hebben het hier echt heel erg naar ons zin gehad.
Nu zijn we in het laatste land van onze reis: Indonesië. Nog maar een paar weken en dan zit onze reis er alweer op. Daar gaan we nu nog niet over nadenken, eerst gaan we genieten van Indonesië!


Wisten jullie dat:

- de muren van het fort in Galle ervoor gezorgd hebben dat de stad niet totaal verwoest werd door de tsunami in 2004
- de lokale bussen hier erg goedkoop zijn
- het in deze bussen dan ook aan elke vorm van luxe ontbreekt
- Indonesië ook erg mooi groen is